9. De P van ‘problem’
Collega Maud was even klaar met zeventien analfabeten en laaggeletterden. Het schoot allemaal niet op. Voor ze een groep aan het werk had gezet was de andere groep alweer een half uur aan het epibreren en omgekeerd. Uiteindelijk werd er meer geepibreerd dan dat ze daadwerkelijk iets leerden. Epibreren is overigens een woord dat ik door Corona heb geleerd: de indruk wekken dat je veel en voornaam werk doet, maar eigenlijk niks om handen hebt. En dat gebeurde dus net iets te veel in deze groep en daarom gaf Maud aan dat we de groep op moesten gaan splitsen.
Flexibel als we zijn wordt er het een en ander geschoven, twee groepen samengevoegd en kom ik, samen met Lennart, uit op de groep met bollebozen van juf Maud. Het begon met een groepje van vijf studenten van tussen de 12 en 21 jaar oud. Inmiddels is deze groep iets uitgegroeid en stromen er volgende week nog vijf leerlingen in en hebben we weer wat mannen van 25 in de klas.
Lesgeven aan analfabeten
Het lesgeven aan analfabeten is een vak apart. Dit heb ik in de eerste week mogen ervaren. Bij alles wat je wil doen moet je je beseffen dat ‘lezen’ nog niet tot opties behoort. Ze kennen de letters en de klanken nog niet. De betekenissen van woorden zijn ook een uitdaging, maar dat gaat vaak weer net sneller dan de klanken en het lezen. Buiten het feit dat deze studenten laaggeletterd zijn, hebben ze vaak ook geen schoolse vaardigheden. Ze hebben geen onderwijs gehad en daardoor is van 9.00 tot 15.00 uur best een lange zit. Lennart en ik besloten dan ook al snel om wat meer sport en beeldende vorming aan het programma toe te voegen.
De drie twaalfjarige kinderen die bij ons in de klas zitten zijn alledrie met een oudere broer als ‘begeleider’ naar Nederland gekomen. Een van de oudere broers is zelf nog maar net 18 en kan mede door zijn jonge leeftijd nog geen verantwoording over zijn kleine broertje dragen. Uiteraard hebben deze bama’s (begeleide alleenstaande minderjarige asielzoekers) allemaal een voogd van Nidos, maar de zorg ligt toch echt bij de begeleider. Een hele opgave. Aan het gedrag van deze kinderen kunnen we dan ook wel merken dat ze sturing in hun leven missen, net zozeer al liefde, aandacht en hun mama en papa.
Opeens verdwijnselen
Ze ruiken geregeld niet fris, hebben vrijwel geen kleding en laten soms gewoon onafgestemd gedrag zien met grof taalgebruik. Zo kan Talal verdwijnselen. Wanneer situaties hem te heet onder de voeten worden zet hij deze techniek in. Hij trekt het dan gewoon niet meer, kan niet tegen zijn verlies of weet even niet wat er van hem verwacht wordt en vreemd genoeg verdwijnselt hij dan. Hij wilt dan gewoon weg. Dit doet hij door op te staan en al moonwalkend het lokaal (achterstevoren dus) te verlaten.
Wat is weg?
Zo ook toen ik leuk een spelletje dacht te doen: Wat is weg? Nou Talal dus... Ik had een aantal voorwerpen met de letter ‘P’ op tafel gelegd en ze moesten hun ogen dicht doen. Ai, uitdaging één. Wat zijn ogen? Wat is dicht? Wat bedoelt dat mens in hemelsnaam en waarom staat ze met haar ogen dicht voor de klas? Na vijf minuten was het gelukt ze duidelijk te maken dat ze hun ogen dicht moesten doen.
En toen… Ik pakte iets weg van de tafel maar plots stond uitdaging twee daar! De ogen moesten weer open. Maar wat is “open”?! Ik probeerde van alles, maar heb uiteindelijk maar gewoon een paar keer in mijn handen geklapt. Geen idee… De ogen gingen open en toen de vraag: Wat is weg? Héél langzaam begon er een kwartje van het spel te vallen en begrepen ze ook dat wanneer ze hun ogen open hielden; ze gewoon konden zien wat ik wegpakte... Oké, spel verprutst.
Slim als ik ben zei ik: oké, Talal, naar de gang, one minute. ‘One minute’ roepen zij ook altijd bij alles dus dat leek me in deze situatie wel duidelijk. Talal keek me aan alsof ik hem zojuist wereldoorlog drie had verklaard, stond op, stampvoette langs mij af, stampvoette terug om zijn telefoon te pakken en verdween met een hoop Arabisch gemompel uit de klas. Dit was het moment waarop ik dacht… Aii, Talal is weer verdwijnseld. Hij snapt niet wat ik bedoel. Bijna bungelden de tranen over zijn wangen, maar op tijd wist een leerling de situatie te redden en het hem even voor te doen op de gang.
Een bijzonder mannetje
Ondanks het verdwijnselen is Talal een bijzonder mannetje. Hij wil zo graag groot zijn, maar hij is zo klein, brutaal en lief. In zijn beleving praat hij enorm goed Nederlands en zijn wij degene die het af en toe allemaal niet helemaal lekker in onze bovenkamer hebben. Misschien heeft hij ook wel eens gelijk. Zijn gedrag is alleen zo aandoenlijk en tegelijkertijd soms enorm vermoeiend.
In mijn nieuwe rol als analfabetenjuf dacht ik dat het leuk was om een woordbingo te doen. Ik scheurde een stuk papier in stukjes die ze als fiches konden gebruiken en begon hardop woorden te noemen. Blijkbaar had ik met deze opdracht Talal een beetje overschat. Het was net iets te moeilijk. Baldadig propte hij zijn papiertje op tot een prop en of hij daarmee niet al duidelijk genoeg was geweest, begon hij mijn papiersnippers op te eten. Ja, joh! Ik zal nog eens een lesje bedenken. Shokran habibi!
Nou dit is dus Talal!
De letter P
Toch kan ik er ook onwijs van genieten dat ik vol overgave de letter ‘P’ voor sta te doen, letter tafels maak, woordjes met de P bedenk (waarbij Talal als eerst direct het woord ‘Problem’ riep) en de leerlingen toets door ze vijf woorden met de letter P op te laten noemen. Zweten deden ze! Eén voor één moesten ze bij Lennart vijf woorden gaan noemen die we de gehele week geoefend hadden. Warempel maar waar kwam Lennart vol trots vertellen dat ze het bijna allemaal helemaal goed hadden gedaan. Dat hij de helft voor had gezegd en “baba” maar goed had gerekend in plaats van papa liet hij achterwege.
Iedere dag leren Lennart en ik een beetje bij: we moeten geen suikerzakjes in de klas laten liggen, want deze verdwijnen als sneeuw voor de zon rechtstreeks in die snaveltjes en komt het iets wat enthousiaste gedrag niet echt ten goede. We moeten opletten met knipopdrachten… Ons Amjad werd iets te enthousiast en knipte bijna een volledige winkelhaak in zijn vinger. We moeten een gevarieerd aanbod hebben, maar kinderachtig mag het zeker niet zijn. We moeten elkaar ondersteunen want de dagen zijn soms lang.
Een bierbuik en een baardje
Amjad is overigens ook een bijzondere student. Hij zit met zijn bierbuik en baardje heel interessant te wezen in onze laaggeletterden groep en neemt met momenten de regie even over. Wanneer het Amjad allemaal even te veel wordt steunt, kreunt en puft hij alsof hij zojuist de Himalaya heeft beklommen. Overigens gaat hij ook graag onder de tafel zitten wanneer hij het antwoord niet weet. Het was een bewogen week voor hem. Op dag 1 knipt hij in zijn vinger, op dag 2 klettert hij van zijn fiets, op dag 3 valt hij bijna flauw wanneer hij hoort dat hij een toets krijgt en op dag 4 heeft hij dan ook echt suikerwater nodig om op de been te blijven wanneer de toets nadert. Hij heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel en corrigeert de kleine jongens in de klas.
Toch begint zijn baard en oude voorkomen zijn magie een beetje te verliezen en sindsdien laten de kleine mannen zich niet meer corrigeren door ons Amjad. Jammer, Lennart en ik hadden er wel steun aan. Amjad wist op die momenten mij even de mond te snoeren door mij indringend aan te kijken en even het ‘ssst’ gebaar naar mij te maken. Amjad nam dan even zijn tijd om de anderen uit te leggen wat er fout ging of wat ik zojuist had uitgelegd. Ik heb er wel eens mijn twijfels bij of dit allemaal goed gaat. Ik vermoed dat er klein aantal leerlingen nu misschien denken dat er in Nederland pinguïns (letter P ja) en panters in het wild lopen. Maar goed… c’est ca… als ze de letter ‘p’ maar onder de knie krijgen.
Geen wederzijdse liefde
De start was verder helaas niet zo best. We maakten een WhatsApp-groep met de leerlingen, maar met dezelfde snelheid dat we ze toegevoegd hadden waren ze er ook weer uit! De liefde was nog niet helemaal wederzijds. Met het weinige Nederlands dat ze spreken, wisten ze ons duidelijk te maken dat ze liever niet in de klas kwamen en bezegelden ze hun woorden door de WhatsApp-groep te verlaten. Op de achtergrond lachten Lennart en ik om deze uitdaging en het gedrag van deze mannetjes, maar aan het werk moesten we zeker. De communicatie via WhatsApp vergt ook de nodige uitdaging en inspanning. De communicatie met de leerlingen is een bijzondere vorm van Lingo, maar in de loop der jaren heb ik deze bijzondere beginners taal redelijk onder de knie gekregen.
Na week 1 dacht ik dat ik geveld was door Corona, maar wellicht was het de inspanning voor het draaien van de klas. Respect voor Maud hoor! Geef me nog even en dan zitten we er weer helemaal in, tot het moment dat het straks weer zal veranderen. Voor nu gaan we ons concentreren op de letter “M”.
De namen in dit verhaal zijn veranderd om de privacy van mijn leerlingen te beschermen.