10. Corona: lockdown deel 1

Corona. Tja, wie heeft er niet mee te dealen gehad de afgelopen maanden? En nog… Een bizarre tijd; mensen met mondkapjes, anderhalve meter afstand, gedesinfecteerde karretjes, mandjes, gecancelde evenementen, geen fysieke nabijheid, geen knuffels, handen of een schouderklopje. Even heel veel niet. 

Februari 2020 - De eerste grappen over het virus hoorde ik bij het kickboksen en kwamen op social media voorbij. Briljant vond ik ze. Het leek allemaal nog zo ver weg en we hadden totaal geen idee waar we het eigenlijk precies over hadden. De humor zat er wel goed in. Alleen toen… Geen handen meer geven. Dit was voor veel mensen al best een omschakeling. Op een normaal in afwezigheid uitblinkende leerling na die net op dit moment dacht dat het wel een goed idee was om naar school te komen en mij als warm welkom te knuffelen en kussen (waarom ook niet!?) hield iedereen zich er braaf aan. Je kan ook niet alles volgen wat er in de wereld gebeurt. Ik liet het bij hem maar gebeuren. “Fijn dat je er bent jongen!” Het voelde stom, afstandelijk en vooral suf om op afstand naar elkaar te zwaaien en mijn vriendinnen met een elleboog te begroeten, maar we deden het.

De meeste mensen deugen

Hier bleef het alleen niet bij. Het werd langzamerhand steeds duidelijker dat corona niet zomaar zou ophouden. Sommige mensen konden niet meer naar hun werk en moesten vanuit thuis gaan werken, steeds meer mensen werden opgenomen in het ziekenhuis en de eerste mensen overleden aan het virus. Meer landen werden gedwongen om de strijd aan te gaan met Covid 19. En toen… Toen zag het er naar uit dat ook de scholen dicht zouden gaan. Het was nog onduidelijk in welke mate kinderen het virus precies konden verspreiden, maar de grappen waren steeds minder gepast. De grapjes online maakte plaats voor hartverwarmende berichten van mensen die elkaar juist nu te hulp schoten. Mensen werden creatief, lief en zorgzaam. De meeste mensen deugen.

Scholen dicht...

In de persconferentie op zondagavond werd duidelijk dat de scholen definitief dicht gingen en er sprake zou zijn van thuisonderwijs door ouders en digitale lessen door docenten. Twee uitdagingen voor onze school en onze leerlingen. Een beroep doen op de ouders zit er bij ons in bijna 100% van de leerlingen niet in. Goed werkende devices ook niet en wanneer die wel aanwezig zijn dan is de WIFI op het terrein te zwak om een online les te kunnen volgen. Het zou een uitdaging worden, maar we gingen hem aan. Ook wij als collega’s moesten even dealen met onze eigen onzekerheden en angsten. Iedereen ging er anders mee om. Ik voelde de noodzaak om vooral niet thuis te gaan zitten, maar wilde me inzetten om anderen te helpen. Ik meldde me aan om in een zorghotel te helpen en bij het ziekenhuis om ambulances te poetsen. De angst om ziek te worden had ik niet, hoe naïef ook maar ik voelde het simpelweg zo. 

Helpen bij het ziekenhuis

De eerste keren helpen bij het ziekenhuis waren bijzonder. Samen met een - voor mij nog onbekende - actieve vrouw die van aanpakken wist, hebben we de kamers ingericht voor verpleegkundigen die door de lange diensten niet meer naar huis konden. Ondertussen werd de triage tent opgebouwd en werd Weert steeds meer voorbereid op wat ons te wachten stond; maar wat was dit precies? 

Toen de kamers bijna klaar waren liep ik over de parkeerplaats terug naar huis. In de verte kwam een man aangelopen. Een beeld dat me tot de dag van vandaag nog is bijgebleven. Hij had een weekendtas bij zich, een mondkapje voor en heftig hoestend liep hij in zijn eentje richting de ingang van het ziekenhuis. Ik denk dat hij zijn eigen diagnose al gesteld had... Onopvallende beloerde ik hem en een vreemd gevoel drong zich aan mij op. De lucht was donker gekleurd en even waande ik me in een horrorfilm waarin de wereld ieder moment aangevallen kon worden door een grote vuurbal of dino die alles vernietigde. De ernst van de zaak leek een beetje bij mij binnen te komen, maar dit was voor korte duur.

Corona heeft ook zijn charme  

Met momenten voelde het allemaal maar vreemd. Ik had meer last van de structuur die weg viel. De dagen en momenten alleen thuis en het gemis van mensen om mij heen bekropen me. Een gevoel van onzekerheid. Niemand wist wanneer alles weer normaal zou worden en of dit misschien wel de laatste weken van school zouden zijn; ook omdat het AZC in Weert natuurlijk zou gaan sluiten. Helpen bij het ziekenhuis hielp me op de been. Ik vond het leuk, leerde mensen van vroeger opnieuw kennen en werd aangenaam verrast door de gezelligheid. 

Corona had zo ook zijn charme, het verbond mensen en gaf een gevoel van saamhorigheid die mij goed deed. Met liefde heb ik ambulances gepoetst, bierpakketten en bloemen uitgedeeld, gepaard gaande met veel lol. Een dag waande ik me als Nicolette van Dam met mijn eigen Winston Gerschtanowitz bij de bloemenstal. In moeilijke en bizarre tijden is lol, plezier en humor wat voor een beetje relativeren zorgt en leidt tot draagkracht. Nou, lol heb ik gehad! 

In het hol van de leeuw

Ik weet dat de eerste ambulance aankwam en ik de spanning echt wel door mijn lijf voelde gaan. Hoe zagen deze getroffen corona patiënten eruit? Stond ik daar in mijn witte overall, handschoenen, mondkapje en poets spray in de aanslag in mijn hand… Het was een motorongeluk. Een man met bloedend hoofd werd eruit gereden, bizar genoeg was dit toch even een tegenvaller. Om te oefenen reinigden we deze ambulance. De praatjes met het ambulancepersoneel waren geregeld gezellig en zij hadden zo even een moment om hun hart te luchten wanneer ze mensen thuis afscheid hadden laten nemen van elkaar. Bizarre situaties voor hen waarin ze beseften dat mensen elkaar misschien niet meer terug gingen zien en veel mensen zelfs eenzaam zouden sterven. 

Het was een bijzondere en indrukwekkende ervaring daar in het hol van de leeuw! Van dichtbij maakte ik mee hoe de ambulances af en aan reden, mensen verplaatst werden of verslapt vanuit de triage tent naar de ‘vuile’ afdeling werden gebracht. Toch waren de meeste diensten rustig en zat ik samen met mijn partner in crime in de container enkele uren te wachten tot er weer een ambulance zou komen. Terwijl dit natuurlijk eigenlijk slecht nieuws was. Het werd gewaardeerd door het personeel en zo had ik toch het idee dat ik ergens even een beetje bij heb kunnen helpen.

Previous
Previous

11. Corona: lockdown deel 2

Next
Next

9. De P van ‘problem’