47. Saha

 En daar zit ik weer. Het zoveelste bezoekje en ik doe het nog altijd met evenveel plezier. Masoud nodigde me vorige week op school uit, ik moest maar weer eens komen eten. Ik gaf aan dat ik graag wilde komen. Hierna hoorde ik even niks maar vandaag kreeg ik het bericht: “Juf, jij kom.”  Geen vraag maar een mededeling. Zeker, ik zou er zijn. Natuurlijk zat ik misschien ook wel graag een avond thuis, maar toch voel ik me altijd vereerd wanneer ik uitgenodigd word en de liefde, gastvrijheid en warmte straalt er altijd vanaf. Een uitnodiging die je eigenlijk niet kan weigeren. Het hilarische aan de uitnodiging is dat Masoud niet meer bij ons op school zit en de andere kinderen op de basisschool maar moeder blijft me uitnodigen.

 

Om 17.30u bel ik aan bij de flat. De vroeger zo gevreesde straat door het grote aantal allochtonen die er woonden. Ik kom er graag.. Het duurt even voordat de deur geopend wordt, maar dan snap ik waarom. Merle en Fatima komen me tegemoet gerend en als twee kleine apen klauteren ze tegen me op. Twee kleine zusjes (4 en 6 jaar) van twee van mijn leerlingen; Wissam en Masoud. Beide jongens geen enorme hoogvliegers maar lieve jongens en heel wat uren/begeleiding en zorg aan besteed. Als ik met de twee kleine apen om mijn nek binnen kom word ik warm ontvangen door hun moeders, andere broertjes en zusjes en ook de vaders verwelkomen me. Ik scan de kamer even door maar ik zie Masoud niet. Helaas, dit wordt een avondje met handen en voeten. Nu is Masoud ook niet echt een talenwonder maar hij kan inmiddels best al iets vertalen.

 

Er wordt plaatsgemaakt voor mij op de bank en de grote schalen met eten verschijnen. Als eerste wordt mijn bord opgeschept. Ik heb inmiddels geleerd om dit maar vooral te laten gebeuren en later te zien wat ik er op mijn bord terecht is gekomen. Wachten tot we allemaal ons eten hebben is niet nodig… dus wanneer ik mijn bordje heb zeg ik netjes; Saha! en begin met eten. Ondanks dat er nou niet echt een gesprek op gang komt, is de sfeer gezellig. Vader en moeder van Masoud zijn al wat langer in Nederland en doen goed hun best om met mij te communiceren. Met de weinige woorden Nederlands die zij spreken en mijn zeer beperkte woordenschat Arabisch komen we toch een heel eind. Telkens wanneer we elkaar begrepen hebben wordt er even gejuicht! Yeah, we komen er wel!! Deze succeservaringen doen de ouders goed. Ze zijn in hun eigen veilige huis, hebben te maken met een juf die echt wel iets gewend is, geduld heeft en zichzelf zeker voor lul weet te zetten, zolang we elkaar maar gaan begrijpen. Kortom: een ideale leeromgeving!

 

Tijdens een van de verhelderende gesprekken leggen ouders van beide jongens mij uit dat ze neef en nicht zijn. Het verklaart een hoop.. In beide gezinnen is sprake van laag niveau, is er sprake van uitstroom naar speciaal onderwijs of ben ik me hard aan het maken om Masoud niet naar de inburgering te laten gaan. Voor Wissam is al vrijstelling geregeld. Ze vragen of het jongere zusje (17 jaar) van Wissam naar Nederland mag komen. Ze heeft echter al een kind. Wanneer ik vraag of ze getrouwd is, is het ongeloof ook duidelijk…ze heeft een kind!!! Tuurlijk ben je dan getrouwd. Ik was deze Arabische logica even vergeten en legde vervolgens uit dat ze dus waarschijnlijk op eigen gelegenheid naar Nederland zal moeten komen omdat ze al getrouwd is. Pijnlijk voor moeder, daar de kans is stuk kleiner dat ze haar dochter nog zal gaan zien.

Vader van Masoud laat me nog een paar filmpjes zien, een van hoe hij vogels ving in Syrië en een hoe hij Arabisch brood maakt. Geregeld krijg ik dit soort filmpjes te zien. De trots die een vader als een klein kind deelt van wat hij zo goed kon.. De vader van Wissam zegt, net als de moeder van Wissam vrij weinig tot niks. Wanneer moeder met Fatima en mij een paar keer de dagen van de week opnoemt en tot 10 telt laat ze zien dat ze echt wel wil. Vader niet…Hij gaat dan ook niet naar de taalschool. Wissam kijkt me aan en weet me duidelijk te maken: hey juf! Wat denk je zelf!? Zo Baba, zo zoon!

 

Dan zoek ik toch een moment uit om aan te geven dat ik naar huis ga. Ondanks dat communicatie echt niet gemakkelijk is zijn de 3 uur die ik er ben geweest voorbij gevolgen. Ouders vinden dat ik niet moet gaan en zoals gebruikelijk wordt me nog van alles aangeboden, maar ik bedank ze vriendelijk en geef aan dat ik echt moet gaan omdat ik wil gaan sporten. Moeder zegt dat ze ook moet sporten, ze moet op dieet. Lachend wijst ze naar de buik van vader en zegt dat hij ook moet sporten. Ik nodig ze uit om mee te gaan sporten. Ongevraagd zeg ik tegen de reuzemoeder van Wissam dat zij ook mee moet! Hierna sta ik op, neem afscheid en vertrek dan echt.

Wanneer ik in de auto stap moet ik weer met mezelf lachen… wat een heerlijke dingen maak ik toch mee en wat is het leuk om mensen te leren kennen. Deze saamhorigheid zou besmettelijk moeten zijn. Zou Nederland nog wat moois brengen..

Previous
Previous

48. Als adrenaline je drijfveer is

Next
Next

46. Ali Illegali