6. De crisis Marokkaan
Het was zo ver… De eerste Marokkaanse leerling werd ingeschreven; Ayoub. Ayoub is een jongen van een jaar of 17. Bij de inschrijving gaf hij aan dat hij enkele jaren geleden al in Amsterdam had gewoond. Hoe oud moet hij toen geweest zijn? Ayoub was al vanaf jonge leeftijd alleen op pad en had in de laatste jaren verschillende landen bezocht maar nergens vastigheid gekend.
Wellicht dat zijn ouders hem op pad hadden gestuurd met de boodschap op zoek te gaan naar een beter bestaan. Een beter bestaan dat hij alleen niet zou krijgen, omdat asiel aanvragen hem niet zou lukken. Wat leverde het hem wel op? Het was een jongen die keer op keer werd afgewezen, nergens een netwerk op kon bouwen en vooral nooit iemand in zijn leven had gehad die zich om hem bekommerde. Je hoeft geen psycholoog te zijn om je te beseffen dat de hechting van Ayoub zwaar belabberd was.
Bijnaam
Ayoub deed zijn bijnaam van crisis Marokkaan eer aan en wist geregeld voor problemen te zorgen. Hij stak matrassen in de fik, zwaaide met messen en belde tot vervelens toe 112 omdat hij zijn jas kwijt was.
En toch kwam Ayoub ook met enige regelmaat naar school. Ik had dan ook de afspraak met hem dat ik hem - als hij niet zou komen opdagen - op zou komen halen van zijn kamer. Nadat hij toch een paar dagen niet geweest was kwam hij weer op school. Ik liet hem weten dat ik blij was om hem weer te zien en vertelde hem dat ik hem gemist had de afgelopen dagen. Ik pakte hem vast en gaf hem een knuffel. Aan alles was duidelijk dat deze jongen al jaren zonder een knuffel door het leven ging. Afwijzing is hetgeen wat hij gewend was. Mijn positieve reactie op zijn komst, maakte dat hij verrast was. Maar ook het feit dat ik hem wilde laten voelen dat hij ertoe deed (hoe lastig hij soms ook was) en dat hij gezien werd verraste hem.
Een grote mond
Ayoub hield van zijn docent, maar op een dag ging het niet lekker. Pas later hoorde we dat die dag zijn broer was overleden. Ayoub vond het nodig om een grote mond op te zetten. Joyce (zijn docent) sprak hem hierop aan en zette hem eruit. Althans, dit probeerde ze. Ayoub weigerde dit en trapte de prullenbak omver. Ik ben hem uit de klas gaan halen.
Na enige tijd ging ik met hem terug naar de klas. De docent liet hem nog even voelen dat ze boos was op hem, maar Ayoub kon dit niet handelen. Op een onbewaakt moment besloot hij aan een hand uit het raam te gaan hangen en slingerde na enige tijd ook weer terug naar binnen. Na school bleef hij nog even hangen in de klas, maar besloot uiteindelijk toch te vertrekken. Joyce zat hoog in haar emotie en voor vergeven was het nog te vroeg. Ayoub wilde zo graag dat het weer ‘goed’ was. Zijn onzekerheid was even groot als zijn gevoel van eer. Hierdoor bleef hij boze blikken bleef zenden. De eerste stap zetten door sorry te zeggen? Never! Hoe groot zou de afwijzing dan kunnen zijn?
Een nieuwe kans
Na school kwam Joyce geëmotioneerd bij mij zitten en gaf ze aan dat het zwaar was met Ayoub. Ik begreep dit maar probeerde haar te overtuigen dat ze hem weer een nieuwe kans moest proberen te geven, maar ook dat dit niet de laatste kans zou worden. Ik deed een beroep op haar veerkracht om haar boosheid en emotie aan de kant te zetten en hem de dag erna positief te begroeten en aan te geven dat ze zo blij was dat hij er weer was.
Met enige twijfel en nog wat adrenaline in haar lijf, ging ze hier toch mee aan de slag. Ayoub draaide bij en vertelde haar dat hij haar echt gemist had. Hij had er last van gehad dat ze boos was. De afwijzing was zo hard binnengekomen bij hem dat hij als reactie op zoek was gegaan naar het randje van hoe onvoorwaardelijk haar begeleiding was. Hij haalde deze rare trucs uit om Joyce haar reactie te zien. Joyce maakte daarom met hem de afspraak dat ze iedere dag na school nog samen met hem een boekje zou lezen. Als een kind zo blij was hij. Joyce had een ingang bij deze jongen weten te vinden. Een lange adem had het nodig en (veer)kracht, maar Ayoub voelde dat hij door haar gezien en gehoord werd en kwam weer met iets meer plezier naar school. De kleine ik in Ayoub was aangesproken. In plaats van ‘de crisis Marokkaan’ liet hij steeds meer zien dat er een lieve en kwetsbare jongen in hem schuil ging.
Een nieuw avontuur als crisis Marokkaan
Zoals verwacht kreeg Ayoub geen status en voor hij dit bericht had gekregen was hij al met onbekende bestemming (MOB) vertrokken. Op naar weer een nieuw avontuur; nieuwe mensen, nieuwe omgeving en nieuwe onzekerheden. Kleine Ayoub werd weer ver weg gestopt en verhuld met een grote bakkes en het gedrag van een crisis Marokkaan.
Afwijzingen doen pijn
Onlangs besefte ik wederom hoe hard afwijzing bij onze leerlingen binnen kan komen. Een van onze leerlingen werd er tijdens de les uitgezet door zijn docent. Vol boosheid en verontwaardiging kwam hij met zijn tas op zijn rug stampvoetend mijn naar mijn kantoor. Wat dacht ze wel niet?!
Ik besloot met hem in gesprek te gaan. Hij vertelde volop over zijn tijd in Oeganda en de vreemde gewoontes die ze erop na hielden; zoals het drinken van kinderbloed. Maar ook dat hij een oorgaatje had, omdat ze dachten dat je dan geen bloed zou hebben. Anders zou je namelijk leeglopen, toch? Ja, joh! Klinkt logisch! Hij liet me enkele filmpjes zien van hoe dieven gestraft werden door ze vast te zetten in een autoband en dan te slaan. Na deze horrorverhalen vroeg ik hem wat er nu in de klas precies gebeurd was. Hij vertelde me dat hij aan het schoolbord had gezeten, terwijl dat niet mocht. Hij was het ermee eens dat dit verkeerd was, maar dat hij werd weggestuurd was voor hem teveel.
Ik vroeg hem hoe dat in Oeganda zou zijn gegaan. Hij vertelde me dat hij als hij daar iets stouts deed of te laat kwam met een latje op zijn vingers geslagen werd. Ik vroeg hem of hij dat een betere straf had gevonden. Zijn antwoord was vol overtuiging: ja! Beter even fysiek pijn hebben dan weggestuurd worden. Een bizarre gedachten maar die mij wel deed beseffen dat je zo gemakkelijk de plank mis kan slaan…
De naam in dit verhaal is veranderd om zo de privacy van mijn leerling te beschermen.