4. Beperkingen rules!
Ik denk vanuit beperkingen; dit biedt mogelijkheden. Ik besefte het laatst. Ik zal enige uitleg nodig hebben, maar ik geloof dat het uitgaan van beperkingen de basis is van mijn visie. Waarom? Ieder mens heeft beperkingen. Mensen aanspreken op deze beperkingen laat ze onzeker, angstig en onveilig voelen. Vanuit deze basis kun je je niet ontwikkelen.
Wanneer je rekening houdt met de beperkingen die iedereen in zich heeft, spreek je iemand aan op hetgeen waar wel zijn kracht zit. Uiteraard heeft men geen bordje om zijn of haar nek hangen met daarop: “In de kern ben ik een aardig en goed mens, ik heb alleen moeite met: lezen, geduld hebben, redeneren… et cetera. Wanneer je deze zaken toch van mij vraagt bijt ik!”
Pas op ik bijt!
Met bijten bedoel ik vooral het gedrag wat men laat zien wanneer iemand overvraagd wordt. Ik heb inmiddels de nodige ervaring op mogen doen en mogen meemaken hoe dit ‘bijten’ er precies uitziet. Het kan verschillende vormen aannemen. Bijvoorbeeld: terugtrekken, exploderen, vluchten, irriteren, andere afzeiken of vechten.
De verbazing zat er bij mij vooral in dat mensen vaak sneller overvraagd zijn dan je in eerste instantie zult denken; maar ook dat ieder mens wel schrik heeft om net op de gebieden aangesproken te worden waarin hij of zij het liefst bijt. Nu betekent dit niet dat mensen niet uitgedaagd zouden moeten worden; dat ze niet in staat zijn te leren of zich nog kunnen ontwikkelen. Het betekent dat dit pas tot stand zal komen wanneer je in de basis bij een gevoel van veiligheid begint. Voor sommigen betekent dit soms een lange weg naar het in staat zijn tot leren.
De ‘kleine’ mens
Voor mij als omgeving betekent het dat ik mij minder snel erger aan mensen. Wanneer je in essentie uitgaat van de beperkingen van je medemens zal je ook de ‘kleine’ mens in iedereen gaan zien. En ja, ik geloof er heilig in dat in ieder mens een klein mensje schuilgaat. In ieder mens zit een kleine kwetsbare ik, die we niet graag aan andere mensen tonen en we het allerliefst maar diep in ons verstopt laten. Toch heeft iedereen deze en wanneer je als omgeving hier geregeld aan denkt (de beperkingen van de ander) dan kun je eigenlijk heel veel meer hebben van je omgeving.
Zo zag ik laatst een Marokkaanse man van een jaar of 70 met een stok in zijn handen op de fiets wiebelend over een rotonde fietsen. Dit ging niet heel soepel. Hij wankelde even, bleef zitten, maar fietste inmiddels in het midden; dwars over de rotonde heen. Ik zag meerdere personen geïrriteerd naar hem kijken, maar ik kon eigenlijk zelf alleen maar waardering opbrengen. Hij deed het toch maar. Waarschijnlijk had deze man op latere leeftijd pas geleerd om te fietsen. Dit dan ook nog in een - voor hem - onbekend land en dan moest hij ook die stok nog eens meenemen. Een hele opgave. Waarschijnlijk wilde hij geen gezichtsverlies leiden; had hij geen auto tot zijn beschikking, maar wilde hij toch graag even op pad en was dit de enige manier. Deze gedachte maakte eigenlijk vooral dat ik trots op hem was. Was dit terecht? Geen idee! Ik reed in ieder geval met een glimlach verder zonder enige ergernis.
Iedereen heeft beperkingen
Dit idee pas ik niet alleen toe bij de mensen waarvan de kleine ik heel zichtbaar is, maar ook bijvoorbeeld bij dominante mensen in mijn meer directe omgeving. Zo ken ik diverse mensen die erg stellig kunnen zijn en de waarheid trachten te verkopen, al dan niet terecht onderbouwd. Een van deze mensen heeft ook altijd zijn/haar woordje klaar waardoor de omgeving vaak onder de indruk is, maar de afstemming met de omgeving ontbreekt hierbij vaak volledig. Mensen kunnen zich hier soms behoorlijk aan ergeren. Ik had dit in het begin zelf ook. Tot ik mijn theorie ook op deze persoon los liet. Iedereen heeft namelijk zijn of haar beperkingen. Wellicht is het zo dat hoe meer een persoon zich als een blok positioneert; des te groter zijn of haar beperkingen op dat gebied zullen zijn. Je moet er energie insteken om iemands echte ik te zien en bovenal te willen zien. Nu ik ze weet en zie kan ik dingen zoveel beter accepteren. De persoon handelt naar zijn vermogen en kunnen en wanneer we elkaar er op aan kunnen spreken wat we zien (waarvan de ander denkt dat we het niet zien) kunnen we elkaar vaak nog helpen ook. Het is maar net bij wie je dit aandurft en wie het voor jou waard is.
Iedereen zet zijn of haar eigen coping in om om te gaan met zijn of haar beperkingen. Voor de omgeving is dit soms lastig. Het kan er zelfs toe leiden dat mensen het alleen maar lastiger voor zichzelf maken wanneer ze verkeerde coping mechanismen toepassen en juist toch precies datgene oproepen bij de omgeving waar ze nu eigenlijk net niet mee wilden dealen. Vaak zonder dit zelf ook maar in de gaten te hebben.
Als een kroeg vol mensen
Deze zelfde gedachten kan ik hebben als ik in de kroeg sta. Het is misschien een tijdje terug - maar in een drukke kroeg met veel mensen om je heen. Alle mensen in de kroeg hebben - in ieder geval eventjes - in de spiegel gekeken om zich mooi te maken. De een was tevreden, de ander zou graag veel willen veranderen en kijkt snel weg, maar we staan daar met z’n allen en proberen allemaal onze beperkingen en onzekerheden zo goed en kwaad als dat mogelijk is te verhullen.
Lange adem en vertrouwen
Deze visie draag ik ook uit op school. Een leerling is niet vervelend omdat hij vervelend wil zijn. Een enkeling misschien, maar die laat ik lekker even. Heeft hij ook prima recht op. Maar nee, naar mijn idee laat een leerling gedrag zien waar altijd iets achter schuilgaat. Maar wat? De kleine ik met zijn beperkingen! Geregeld kwam ik erachter dat een leerling gewoon overvraagd werd, situaties niet kon volgen of letterlijk voor dingen vluchtte; alles zodat ze het er maar niet over hoefde te hebben. Ze doen vaak allemaal hun best om die kleine ik maar niet naar buiten te laten komen.
Hoe ik hier dan vervolgens mee om ga? Ik zie de leerling, ik hoor de leerling en ik laat weten dat ik het prima vind dat iets niet helemaal lukt. Ik keur zijn gedrag niet af; de leerling wilt namelijk iets duidelijk maken waar hij of zij tegenaan loopt, mee zit of probeert te verbloemen. Dit zorgt soms voor chaos, ogenschijnlijke vrijheid en weinig correctie.
Toch volg ik ze, houd ik de leerling een spiegel voor, bespreek ik het probleem met ze, laat ik de leerling in zijn of haar waarde. Daarnaast laat ik de leerling vooral weten dat het oké is en hoe ik hem of haar kan helpen bij het bewandelen van een andere weg. De leerling legt zijn eigen weg af, ik volg, probeer te sturen en inzichten te geven. Een lange adem is nodig en vertrouwen hebben is een basis die een leerling moet voelen. Wanneer de leerling mij vertrouwt en weet dat ik het beste met hem/haar voor heb dan durven ze steeds meer de weg te bewandelen die ik ze voor houd, maar het blijft hun pad en hun keuze om af te slaan..
Onder het topje van de ijsberg
Dit betekent dan ook een stukje onvoorwaardelijkheid. Soms kost me dit enorm veel energie en laat ik me misleiden. Dan kan ik behoorlijk balen dat een leerling toch een bepaalde keuze maakt. Toch wijs ik mezelf er dan weer op wat er schuilgaat achter het gedrag van de leerling en probeer ik vanuit deze gedachte weer verder te gaan. Dit is soms heftig en kost veel energie. Ik heb echter vaak het gevoel dat mensen zeggen dat ze onder het topje van de ijsberg kijken; daar vind je namelijk de kleine ik, maar dit in de praktijk niet uitvoeren.
In de praktijk is dit soms ook moeilijk en reageren we vaak toch op het primaire gedrag van de leerling: hetgeen we waarnemen. Wanneer een situatie gevaarlijk wordt moeten we ook ingrijpen. Toch kunnen we dan later proberen, voor we sanctioneren, waar dit vandaan kwam. Wellicht kunnen we dan ook voorkomen dat we met een sanctie de plank volledig misslaan en de zichtbare ijsberg top alleen maar groter maken. De theorie is bekend maar in de praktijk wordt er vaak gereageerd en geanticipeerd op het gedrag dat een leerling laat zien. Het is niet één keer onder het topje van de ijsberg kijken, maar iedere keer weer opnieuw. Ondertussen de kleine ik en alle andere zaken onder de ijsberg leren kennen om een leerling handvatten te geven en een goede coping aan te leren. In sommige gevallen zullen zaken wellicht helemaal kunnen veranderen door ontwikkeling, groei en sturing, in andere gevallen zullen ze altijd terug blijven vallen op de coping. Wel zo belangrijk dat dit dan een goede is…