37. De pechvogel

Dit verhaal is een vervolg op verhaal 8 ‘de wijze man’.

Het zit Ahmad niet echt mee. Je kunt pech hebben in het leven, maar Ahmad heeft zeker weten niet vooraan gestaan bij het uitdelen van geluk. Zoals ik eerder vertelde is zijn familie omgekomen bij een aanslag van een bom. Ahmad is daarom alleen. De stress en ellende komen tot uiting in zijn gezicht. Hij ziet er niet goed uit. 

Afgelopen week kwam hij plots de school binnen om te vertellen dat zijn kleding uit de wasmachine was gestolen. Al zijn kleding zat in die was. Het leven op een AZC is stressvol. Dit droeg daar bij Ahmad een extra steentje aan bij. Hoe onveilig wordt het als zelfs je kleding niet meer veilig in de wasmachine kan. 

Toen ik dit hoorde raakte het mij behoorlijk. Dit probleem kon deze lieve jongen er echt niet bij hebben. Daarnaast verdiende hij dit absoluut niet. We hadden gelukkig nog een tas met kleding op school liggen; hier haalde we wat truien uit. Toen ik met hem naar de klas liep keek hij me lachend aan en zei: “juf ik 2 dagen zelfde onderbroek”. Hij lachte ondeugend. Ik lachte met hem mee, maar mijn hart brak van deze opmerking. 

Het verhaal van de behulpzame meneer

Ik besloot hem wat geld te geven. Ik wist dat dit een moeilijke taak zou worden; daarom besloot ik een verhaal te bedenken over hoe ik een meneer had verteld over zijn gestolen kleding en hoe deze meneer mij geld zou hebben toegestopt om Ahmad te helpen. Voor 50 euro kon hij wel een goede set onderbroeken en sokken kopen. Dan had hij tenminste ook een keer iets nieuws, in plaats van tweedehands kleding.

Mijn plan werkte niet. Ahmad was enorm dankbaar en zijn hand ging keer op keer naar zijn hart om zijn dankbaarheid te tonen, maar telkens als ik hem het geld toestak, schudde hij zijn hoofd en bedankte hij vriendelijk. Ik moest de meneer maar enorm bedanken. Hoe goed hij het geld kon gebruiken; hij nam het niet aan. Ik was niet de enige die Ahmad wilde helpen; Hij ging meerdere collega’s aan het hart, en als hij geen geld aan wilde nemen, moest het op een andere manier gaan. Na een kleine inzameling kwamen er her en der tassen met kleding voor hem binnen. 

Samen uit, samen thuis?

Hield de pech hier dan op? Nee. Een man op het AZC moest voor een afspraak naar het ziekenhuis in Amsterdam. De man was beperkt en kon om die reden niet zelfstandig reizen. Geen van de AZC bewoners wilde met hem mee. Ahmad - de goedzak die hij is - bood zich daarom uiteindelijk uiteraard aan als reisgezel. De twee kregen een dagkaart voor de trein van het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) en Ahmad meldde zich netjes af op school. 

De dag erna vertelde Ahmad uitgebreid hoe de reis was gegaan. Hij wist dat ze er 10 minuten over zouden doen om van het AZC naar het station te lopen; alleen liep de man zo langzaam dat ze hier in totaal meer dan 50 minuten over hebben gedaan. Ahmad vertelde hoe hij probeerde de man aan te sporen door te lopen, maar dit geen zin had. Uiteindelijk waren de twee rond 11.00 uur in Amsterdam aangekomen. Het was Ahmad niet duidelijk bij wat voor arts de afspraak stond, hij wist alleen dat het wel even kon duren. Hij kon plaatsnemen in de wachtkamer en zag hier de tijd langzaam voorbij tikken; een half uur, een uur, drie uur... Na 5 uur in de wachtkamer te hebben gezeten kwam de arts van eerder binnengelopen. Hij was verbaasd Ahmad daar nog altijd te zien. De man was al lang vertrokken. Ahmad had zitten wachten op zijn ‘vriend’ die allang weer terug op het AZC was. De man had uiteraard geen kwade bedoelingen en had niet begrepen dat Ahmad ook weer met hem mee terug zou reizen.

Nu kon hij weer terug naar huis. Hij kreeg vanuit het ziekenhuis een papiertje mee waarop per stap stond beschreven hoe hij weer terug kon reizen. Met enorme honger en een stijf lijf van het wachten ging hij terug naar het station. In de trein viel hij in slaap waardoor hij al slapend station Eindhoven perongeluk mistte. Toen hij uiteindelijk twee station later wakker schrok was zijn papiertje met uitleg niet meer correct en moest hij op een andere manier op zoek naar een manier om terug te komen naar Weert. Na een lange dag is het hem uiteindelijk gelukt weer terug te komen op het AZC. Een heel avontuur verder; en de volgende dag weer netjes op tijd op school. 


Previous
Previous

38. De boomrang

Next
Next

36. “Daar is geen juf Martine”