35. Back at it again

Toen ik vorige week het terrein weer opreed was ik blij iedereen weer te zien. De weken vakantie waren prima, maar ik weet dat de leerlingen liever gewoon op school zijn; dan hebben ze iets te doen. In de afgelopen weken zijn er weer veel leerlingen vertrokken naar een ander AZC. De zomer is de tijd van de doorstroom. Het is altijd maar weer afwachten wie er na de vakantie nog zijn en hoeveel nieuwe koppies we zullen tellen. Wanneer de lijsten van het COA binnenkomen weten we pas precies hoeveel leerlingen er zijn uitgestroomd. Dit keer zijn het er veel. We kunnen bijna weer een geheel nieuwe school vullen met studenten. 

Het blijft een bijzondere situatie en een bijzondere school. Sommige leerlingen zijn slechts enkele weken tot maanden bij ons op school en nemen dan alweer afscheid. Bij sommigen verloopt de start van de procedure erg traag. Ze hebben pech dat het verzet wordt, anderen voorrang krijgen of hun advocaat net vakantie heeft. Het brengt altijd veel stress met zich mee. De afgelopen weken hebben diverse leerlingen weer antwoord mogen ontvangen van de IND en zijn er dus weer een aantal uitgestroomd naar andere locaties. Het is altijd weer jammer om leerlingen niet meer terug te zien na de vakantie. Daarom neem ik altijd voor de vakantie vast afscheid; gewoon voor de zekerheid. 

Afscheid nemen
Vandaag vertrekt een van mijn leerlingen met haar ‘gezin’. Ik ben blij dat ik haar en haar broers uit kan zwaaien, ze had een speciaal plekje. Ze was hier alleen met haar broers; veel te veel meegemaakt, veel te veel gezien, maar zo bijzonder sterk. Eerder al sprak ik mijn zorgen uit als dit meisje zou stoppen met lachen. Ik was bang dat ze zou breken en niet meer te lijmen zou zijn. Maar het is een stoere toffe meid met gigantisch veel veerkracht, discipline en kracht. Ze zal weer verder gaan met haar lieve broers; mijn stukje van haar reis stopt hier. De tranen rollen over haar wangen wanneer ze iedereen vaarwel knuffelt bij het afscheid. Tot drie keer toe komt ze terug om toch nog een keer afscheid te nemen; “ik zal mis jij” roept ze me nog na. 

We doen het samen
Met mijn collega’s spreek ik af om samen de nieuwe leerlingen te werven en in te schrijven. Het verloopt gesmeerd. We splitsen ons op in de gebouwen en gaan een voor een alle kamers af waar potentieel nieuwe leerlingen kunnen zitten. Het blijft altijd een van de mooiste taken van mijn werk. Met handen en voeten leggen we tig keer uit dat hij of zij zich in mag komen schrijven op school en hoe laat ze een afspraak hebben. .Ondertussen zitten alle andere collega’s op school klaar om de nieuwe studenten in te schrijven. Het niveau en de onderwijs carrières lopen ook nu weer ver uit elkaar, maar ze zijn allemaal even welkom. Ik kijk weer uit naar de start van het nieuwe schooljaar met deze nieuwe groep mensen en team van collega’s die mij zo dierbaar zijn. Ik heb het getroffen met deze mensen die zo voor deze doelgroep willen gaan. 

Nieuwe inschrijvingen
Als ik die dag het kantoor binnenloop is een van mijn collega’s net een nieuwe leerling aan het inschrijven. Een Somalische oud-leerling helpt met het tolken en schreeuwt hierbij dusdanig hard dat ik mijn collega verbaasd aankijk. Mijn collega legt uit dat het meisje slechthorend is en geen negentien is (zoals op haar document staat), maar veertien. Wanneer ik naar het meisje kijk, kan ik niet anders geloven dan dat ze veertien is. Dan kijk ik nog eens goed en zie ik eigenlijk pas echt wat ik moet zien. Een veertienjarig meisje, volledig analfabeet, in een vreemd land, als meerderjarig geregistreerd, slechthorend en een zus die vijf dagen geleden een baby heeft gekregen. Ik besef dat dit meisje kwetsbaar is; zo alleen op deze wereld. Ook ik heb mijn mindere dagen, maar als ik dan naar de situatie van dit meisje kijk besef ik me pas echt wat eenzaamheid is. 

Ik besluit direct Nidos en COA te mailen om de situatie verder op te pakken. Binnen een half uur hebben we twee voogden te pakken en delen we de zorgen over het meisje. Wat houd ik toch van onze collega’s. We begrijpen elkaar en gaan iedere keer weer voor het beste voor de enigszins onbekende vreemdelingen die ons leven binnenkomen. 

Wanneer alle aanmeldingen gedaan zijn, zijn we gaar. Volgende week verder. Dan delen we de groepen in en gaan we weer starten met school. Onze school; een school vol nieuwe gezichten, ieder met een eigen verhaal. Een jaar vol nieuwe verhalen. 

Previous
Previous

36. “Daar is geen juf Martine”

Next
Next

34. Je ziel aan de duivel verkopen