32. Jouw leven, jouw keuze, jouw toekomst

Othman is een Koerdische jongen van 16 jaar. Hij is een slimme jongen die in een paar maanden tijd al prima Nederlands heeft leren praten. Othman gaat in zijn gedrag alleen neerwaarts in plaats van opwaarts. Hij komt dagelijks royaal te laat op school, komt met momenten ook gewoon niet opdagen en maakt steeds vaker de verkeerde keuzes...

Ik begrijp het niet. Het is een leuke jongen en Othman lacht iedere dag. Hij lacht zelfs zoveel dat ik ben gaan beseffen dat deze lach iets verhult. Hoe meer ik het in de gaten houd, hoe meer ik zie dat Othman alles weglacht. Een serieus gesprek met hem voeren en hem wijzen op zijn verantwoordelijkheden is moeilijk. Othman probeert snel van onderwerp te veranderen. Hij gebruikt geregeld zelfspot of probeert anderen een beetje in de zeik te nemen. Iemand die niet beter zou weten, zou denken dat hij maar een vrolijke snuiter is die zelfs met enige regelmaat gewoon even net iets te ver gaat met zijn grappen en zijn keuzes. Toch voel en zie ik dit niet zo. Bij het oudergesprek besloot ik even aan te sluiten. Zijn vader vertelt dat hij - net als Othman nu in Nederland - in Syrië een van de beste leerlingen van de drie scholen was. Othman grapt erachteraan: “en hier ben ik de slechtste van alle scholen”. 

Geleende spullen

Vandaag komt hij naar kantoor. Hij had een fiets geleend van school maar had deze niet, volgens afspraak, weer op dezelfde dag ingeleverd. Zijn docent vraagt hem zijn fiets te gaan halen. Othman doet dit en komt terug met de fiets, maar met de boodschap dat hij het sleuteltje kwijt is. Zijn docent stuurt hem terug, hij kan op zijn kamer gaan zoeken naar de sleutel. Binnen enkele minuten is hij terug en geeft hij aan dat zijn moeder zal zoeken. De docent accepteert dit niet en spreekt hem in de klas aan dat hij terug kan gaan om zelf te zoeken. Othman komt bij mij op kantoor en vertelt dat hij al drie keer de klas in wilde, maar hij dit niet mag omdat hij de sleutel kwijt is. Hij geeft aan dat hij wel ná school zal zoeken.

Othman besluit uiteindelijk te gaan en enige tijd later krijg ik een bericht. Hij heeft de sleutel gevonden. Hij zou de sleutel; en een tablet die hij blijkbaar ook nog had, direct terug komen brengen, maar hij zou ook nooit meer iets willen lenen en niet meer naar school komen. Hij was duidelijk geïrriteerd. 

Hij kwam echter niet. Ik weet dat dit erbij hoort, maar soms is die lange adem die nodig is wel heel erg lang. Dan zakt heel soms de moed ook mij even in mijn schoenen. Tegelijkertijd kan ik me nog altijd geen moment bedenken dat ik spijt heb gehad van mijn geduld en lange adem. Ook al denk ik soms: hell, het is weer zo een dag! Wat een onmogelijke mannen! 

Stink-AZC met stinkende gangen

Nog steeds geen Othman op school; Ik besluit bij zijn kamer langs te gaan. Ik klop per ongeluk aan bij de verkeerde deur waar een man met een klein kindje op zijn arm open doet. Een kindje geboren in het stink-AZC, want dat doet het hier. Ik heb altijd een momentje nodig om te wennen aan de geuren. 

Blijkbaar hebben we de verkeerde kamer in onze administratie of zijn ze naar een andere kamer verplaatst. Wanneer ik terugloop over de gang komen vier kindjes van een jaar of drie stiekem kijken wie er loopt. Voor de kleine kinderen blijf je een bijzondere gewaarwording. Net als zij voor mij… Spelend met niks in de stinkende gangen en geen ouder in de buurt. Ze staan wat, hangen wat en maken elkaar aan het lachen. Ik begroet ze met een lach en een high five. 

Geen tijd om te landen

Wanneer ik de trap naar beneden loop bots ik bijna tegen Othman aan die met een pannetje over de gang loopt. Ik vertel hem dat ik blij ben om hem te zien en naar hem op zoek was. Ik ga mee naar de kamer waar vader volop in het gebed zit. Zachtjes praat ik met Othman en vertel hem mijn zorgen die ik over hem heb, maar vooral het geloof dat ik in hem heb. Zijn zusjes geven aan dat we op bed moeten gaan zitten en wanneer vader klaar is met zijn gebed wordt de tafel voor onze neus geschoven en eet ik mee. Ik merk dat ik hieraan gewend raak en soms vergeet ik de enorme waardering voor de gastvrijheid die ik iedere keer weer mag ervaren. Moeder geeft aan dat ik pech heb; net vandaag heeft ze niet zo lekker gekookt. 

Ik vertel Othman welk gevoel ik heb en dat hij de baas over zijn eigen leven is en blijft. Ik was niet door weer en wind naar hem komen opzoeken als ik niet in hem had geloofd; maar hij moet nu wel zelf besluiten weer naar school te komen. Othman neemt rustig in zich op wat ik hem vertel. Wanneer hij daarna begint te lachen en aanstalte maakt een grapje over zichzelf te maken grijp ik dit moment meteen aan om aan te geven dat ik hem zo veel zie lachen, maar dat ik het gevoel heb dat hij het toch ook moeilijk heeft. Othman knikt en beaamt dit zonder verder iets te zeggen. Ik leg hem uit dat hij juist nu de kansen moet pakken die er zijn, hoe moeilijk dat misschien ook is. De tijd tikt door en wanneer hij meer tijd verkloot met verkeerde keuzes maken, haalt hij MBO 2 niet en zal hij uiteindelijk moeten gaan inburgeren, wat enorm zonde voor hem zou zijn. Hij is intelligent en ik weet zeker dat hij het kan. Soms is er geen tijd om eerst te landen. 

Uitgeput en uitgeblust

We praten over zijn plannen. Hij heeft zijn droom van cardioloog, wat hij in Syrië wilde worden, bijgesteld naar kapper. Ik vertel hem dat ik zeker weet dat hij een goede kapper zou zijn en dat hij dit ook kan, maar dat dit wel MBO 3/4 is en hij dus aan de bak zal moeten. Wanneer ik ga krijg ik netjes de fietssleutel en tablet mee. Othman geeft aan dat hij morgen zeker op tijd zal zijn. Ik hoop het. Ik blijf mijn vertrouwen in hem uitspreken en hoop dat hij weer de baas over zijn leven wordt waarin hij de juiste keuzes maakt voor zijn toekomst. Othman vertelt dat hij weet dat hij slechte keuzes maakt. Net zoals iemand die marihuana rookt weet dat het niet goed is, weet hij dat hij het niet goed doet door te laat naar school te komen. De vergelijking vind ik wel pakkend. Hij zou het graag anders willen, maar het lukt hem gewoonweg nu niet. 

Er zal weer een slechte nacht voor hem aankomen, inmiddels is mij duidelijk geworden dat Othman enorm slecht slaapt op het AZC. Stiekem is hij meer uitgeput en uitgeblust dan dat hij laat zien. Ik hoop dat het gesprek hem weer een beetje terug heeft gestuurd naar het bewandelen van het juiste pad. Ik laat hem weten: jouw leven, jouw keuze, jouw toekomst… Ik denk alleen maar met je mee. Desondanks zal ik hem niet kwalijk nemen als dit hem nu niet lukt. Ik blijf erbij dat Othman lijdt van binnen, maar dat hij dit verbloemd met zijn lach. 

Een update

Inmiddels zijn we een paar jaar verder.. Ik heb nog wel eens contact met Othman.. Hij heeft samen met zijn broer een goedlopende kapsalon. Wanneer ik hem onlangs dit verhaal stuur, geeft hij aan: wacht juf, ik lees het straks. Ben nu ff met klanten bezig! Bij het lezen van dit bericht verschijnt er een lach op mijn gezicht. Hij heeft het toch maar mooi gedaan. Wat heb ik een lol met deze jongen gehad, moest ik al lachen als ik hem met zijn eeuwige korte broek en slippers aan zag komen slenteren om vervolgens iedere dag een beetje meer te landen en stap voor stap te werken aan zijn nieuwe toekomst. Ook al was dit rappend op kantoor om mij heen.. ik deed gewoon even met hem me. En nu? Nu ben ik onwijs trots op wat hij bereikt heeft. 

De namen in mijn verhalen zijn veranderd om zo de privacy van mijn leerlingen te beschermen.

Previous
Previous

33. Einde

Next
Next

31. De puppy-ogen van Jalal