18. Mijn papa en mama

Natuurlijk besef ik mij maar al te vaak dat ik veel geluk heb dat mijn wieg in Nederland stond. In een land waar het veilig is, zaken (vaak) goed geregeld zijn, waar ik samen kan wonen met mijn familie en vrienden en kan zijn wie ik wil zijn. Ik besef me ook maar al te goed dat al die vijfhonderd leerlingen die ik in de afgelopen twee jaar heb gezien hier gewoon enorm pech mee hebben gehad.

Een van deze leerlingen is Merhawi. Merhawi komt uit Eritrea en is al zo’n twee jaar in Nederland. Op papier ir Merhawi achttien jaar, maar als ik hem zie en door wat hij zelf eigenlijk aangeeft zal hij een jaar of zestien zijn. De eerste naam van Merhawi was Sweden. Bij de aanmelding vertelde hij dat Nederland niet goed was. Het was hier te koud. “I wanna go to Sweden” zei hij. Ik sta van veel opmerkingen niet meer te kijken. 

Terugkeren betekent vermoord worden

In Eritrea woonde Merhawi samen met zijn moeder, broertjes en zusjes in een dorp in een hut. Zijn vader is soldaat en is dus vaak weg. De toekomst voor Merhawi was herder worden of soldaat door de eeuwig durende dienstplicht die in Eritrea geldt. 

Hij is alleen naar Nederland gekomen. Op school bood hij op het begin veel weerstand door verdriet en het gemis van zijn ouders. De laatste tijd gaat het beter met hem. Hij komt veel naar school, begint een band op te bouwen met mensen om hem heen en ik begin steeds meer toekomstperspectief te zien voor hem. 

Deze week had hij een gesprek bij Vluchtelingenwerk over de mogelijkheden tot gezinshereniging. Dit verbaasde me nogal omdat ik dacht dat dit al definitief van de baan was. Omdat ze geen papieren hebben is er namelijk geen bewijs dat deze mensen de echte familie van Merhawi zijn. Wanneer ze dit willen controleren zal er een DNA-onderzoek gedaan moeten worden. Wanneer IND toch anders besluit en ze niet naar Nederland kunnen komen, zitten ze vast in Ethiopië. Terugkeren naar Eritrea betekent “gewoon” vermoord worden. Ethiopië is geen goede plek voor de familie. De omstandigheden zijn daar erg moeilijk. Merhawi legt me zo goed mogelijk uit hoe het allemaal in elkaar steekt en dat het eigenlijk een hele moeilijke keuze is wat zijn ouders moeten gaan doen. 

Wieg in het verkeerde land...

Merhawi heeft contact gehad met zijn tante die in een stad woont. Ze zal drie tot vier uur lopen naar het dorp van de ouders van Merhawi om daar de situatie uit te leggen. In de tussentijd moet Merhawi afwachten. De voogd van Merhawi heeft helaas de nodige steken laten vallen, waardoor er te laat bezwaar is gemaakt op de afwijzigingvan de gezinshereniging. Hierdoor is het nu maar de vraag of IND het bezwaar nog in behandeling neemt aangezien Merhawi nu achttien jaar is. Enige tijd probeert hij te vechten tegen zijn tranen, maar wanneer ik de doos tissues er wederom bij pak rollen de tranen over zijn wangen. Merhawi zijn wieg, of beter gezegd zijn kribje of voederbak, stond in een dorp in Eritrea…

Dankbaar voor mijn eigen wieg

Tijdens het hardlopen vandaag was ik alles weer een beetje aan het overdenken. Ik heb een hele mooie baan, maar soms ook een emotioneel heel zware baan. De afgelopen week is wederom heftig geweest met de verhalen en het verdriet van verschillende leerlingen. Soms vraag ik me af hoe ik het allemaal ergens in mijn hoofd opsla. De verhalen zijn triest, treurig en bovenal bizar. Vaak r zijn geen troostende woorden voor. Toch haal ik enorm veel voldoening uit mijn werk, omdat ik de mogelijkheid heb om deze leerlingen af en toe bij de hand te nemen en hen te laten weten dat ze niet alleen zijn. Bakken met geld geef ik er soms aan uit en soms lijk ik wel gek met wat ik voor ze regel en doe, maar ik heb er nog nooit spijt van gehad! 

Wanneer ik hierover doordenk, besef ik dat ik dit allemaal zo kan en mag doen omdat ik veel steun heb aan en van mijn ouders. Mijn moeder heeft een even groot hart voor de leerlingen, maar ook mijn vader waardeert mijn werk zo enorm dat het mij veel kracht en energie geeft om dit te doen. Door de betrokkenheid van mijn ouders heb ik ook dingen kunnen bereiken en doen in mijn werk die anders niet mogelijk waren geweest. Emotioneel hebben ze mij gesteund en vertrouwen gegeven in hetgeen ik deed. . Geregeld vertel ik al mijn belevenissen aan mijn ouders. De reacties doen mij goed en bevestigen dat ik de juiste persoon op de goede plek ben op dit moment! Dankbaar dat mijn wieg in Weert stond en dankbaar met de ouders die bij de wieg stonden…

Het houdt niet op bij mijn ouders. Ook mijn zus, oma en diverse vrienden zijn betrokken bij hetgeen ik doe en mij bezighoudt. Iedere week ga ik bij mijn oma eten. Oma woont op de weg richting het AZC. Dagelijks lopen er tientallen AZC-ers langs het appartement van oma en zo dus ook geregeld leerlingen. Diverse leerlingen weten dat mijn oma daar woont en ook heeft een leerling wel eens meegegeten wanneer deze jongere er even volledig doorheen zat. Oma sluit al deze jongeren in haar hart. De namen onthoudt ze niet maar iedere week vraagt ze: “Gods, Martine, hoe gaat het nu met dat ene meisje?” Of:  “hoor je nog iets van die ene jongen?” Ik besef maar al te goed hoe mooi het is dat oma begrijpt wat ik doe, ook al maakt ze zich zeker ook wel eens zorgen. Het mooie is dat wanneer oma met haar boodschappenkar over straat loopt en leerlingen haar zien, ze haar hulp aanbieden en haar kar willen trekken. Ik kan niks anders dan hiervan genieten en trots zijn op mijn leerlingen en zeker op mijn oma! 

Mijn zus...tja, die bel en app ik al vanaf het begin wanneer er ook maar iets zou zijn waarin zij iets zou kunnen betekenen. Ik weet gewoon dat ze dit doet; een leerling heeft sportkleding nodig (zij zoekt haar kast door), kinderen hebben speelgoed nodig (zij zoekt de kast van de kinderen door), een leerling moet naar de verloskundige (zij rijdt en zorgt voor de afspraken), we willen zumba lessen geven (zij regelt de lessen met een vriendin), etc.. Mijn zus staat klaar voor mijn leerlingen en is trots op hetgeen ik doe! 

Zelfs Emmelie en Sebastiaan zijn niet beter gewend dat hun tante ‘s avonds even facetimed met leerlingen of dat ik toch op vakantie nog heel even een leerling succes moet wensen of moet helpen met post die hij heeft gekregen. Emmelie en Sebas zwaaien braaf voor de camera en weten niet beter dat we soms even gewoon tijd voor iemand maken die het even nodig heeft terwijl wij samen zijn. De naam Yitberak hield Sebas wel bezig; ‘s avonds in bed hoorde ik hem oefenen en toen het bij de 3de keer nog niet vlekkeloos ging zei hij: tantoe; ik noem die Jutbrak maar gewoon Mohamad is dat een probleem denk je? 

Ook mijn vriend(inn)en ben ik dankbaar. Voor veel is het een ver van hun bed gebeuren geweest. Toch groeide een heel aantal van hen mee in hoe ik in mijn werk groeide. Ze hoorden mijn verhalen aan en kregen meer inzicht en begrip voor de doelgroep. Ze toonden interesse en accepteerden wanneer ik tussen het borrelen door even facetimde met een leerling of mijn verhaal wilde delen. Ze boden hulp aan en spraken uit hoe mooi ze vonden wat ik deed. 

Heb ik dit allemaal nodig om te doen wat ik doe? Jazeker! De waardering en steun die ik heb gekregen vanuit al deze mensen hebben mij gesteund en vertrouwen gegeven in de keuzes die ik maakte! Met als bijkomstigheid dat diverse mensen in mijn omgeving, net als ik, meer besef hebben gekregen dat je toekomst in grote mate bepaald wordt door waar jouw wiegje stond.  

ps. Merhawi doet het super! Heeft weliswaar 1x voor een kleine ontruiming gezorgd met zijn huisgenoot toen hij de pan te lang op het vuur had laten staan, maar verder zit deze jongen momenteel op MBO2 en is nog dagelijks bezig met het opbouwen van zijn leven hier. Ik ben trots op hetgeen hij doet en enorm blij met zijn oud-docent Joann die hem intensief begeleidde en zijn familie in Nederland werd, want zijn ouders zijn niet gekomen..

De namen in dit verhaal zijn verandert om zo de privacy van mijn leerlingen te beschermen.

Previous
Previous

19. De tranen van opa Kamal

Next
Next

17. De verdwenen vingers deel 2